Andries
In de jaren negentig bestonden Regionale Bureaus voor de Arbeidsvoorziening (RBA). Ze werden bestuurd door vertegenwoordigers van overheden, werkgevers en werknemers. Zelf was ik namens VNO-NCW lid van het RBA Flevoland. Ik denk er nog wel eens aan, nu we zo actief aan de gang zijn met het uitvoeren van de Banenafspraak.
In die periode kampten we landelijk met een werkloosheid die opliep tot 8,8 procent van de beroepsbevolking. Nu is dat percentage 4,7 procent. In het RBA Flevoland ontstond een discussie over de vraag of er zoiets als ‘niet-actuele arbeid’ bestaat. Ik herinner me de definitie ervan nog heel precies: “Niet-actuele arbeid is arbeid die niet of nog niet aansluit op een koopkrachtige vraag.” Dat is iets anders dan het bijeenzoeken van taken en taakjes die anders gegroepeerd een nieuwe functie zouden kunnen vormen, wat toen taakdeling heette en nu wat modieuzer jobcarving. De ‘ontdekking’ van het begrip niet-actuele arbeid leidde ertoe dat in bedrijven vacatures eerder als vacatures werden herkend, dat overwerk minder gemakkelijk structureel werd en dat uiteindelijk de krampachtigheid die werkgevers nogal eens bevangt als het gaat om personeelsuitbreiding, minder werd. En ook de praktijkcomponent van het beroepsonderwijs werd realistischer van inhoud. Het was productiever dan vele van de toeleidingstrajecten die binnen RBA’s werden bedacht. Dan heb ik het nog niet over de ontplofte re-integratie-industrie die allerlei – soms wonderlijke en onwaarachtige –arbeidsmarktprojecten bedacht. Er wordt hoog opgegeven van de overheveling van taken in de zorg naar gemeenten, maar de decentralisatie van arbeidsvoorziening naar zelfstandige RBA’s was eertijds minstens zo imposant.
Het heeft niet lang mogen duren. Al na 12 jaar verdwenen de RBA’s; hun eigenzinnig optreden leidde in Den Haag tot steeds grotere bezorgdheid en ergernis. (Daarmee verdween overigens helaas ook het eigen instrument van de RBA’s, de Centra voor Vakopleiding Volwassenen, die met hun heel eigen systeem van hoofdelijk versnelde scholing juist succesvol waren.) De Banenafspraak gaat om het – al of niet gefaciliteerd -bemiddelen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Misschien kunnen we voor hen ook denken aan niet-actuele arbeid.
Andries Greiner