De chauffeur van Einstein

Albert Einstein werkte het liefst in zijn laboratorium, maar werd vaak gevraagd lezingen te verzorgen. Op een avond – onderweg naar zo’n bijeenkomst – gaf hij zijn chauffeur te kennen dat hij totaal geen zin had. Daarop zei de chauffeur de lezing al zo vaak gehoord te hebben dat hij die moeiteloos ook zou kunnen houden. Einstein lachte, dacht even na en zei: dat is goed, jij doet het. Weinig mensen wisten immers – niet gehinderd door moderne media en internet – hoe hij eruit zag.
Het is interessant na te gaan hoe de inhoud van personeelsadvertenties in de loop van de laatste tien jaar verandert. Afhankelijk van de situatie op de arbeidsmarkt worden de eisen verzwaard dan wel versoepeld. Het ligt voor de hand: als een werkgever kan kiezen uit een ruim aanbod is hij selectiever. Interessanter nog is dat gaandeweg een tweedeling voor de vervulling van vacatures is ontstaan. Er zijn werkgevers die – begrijpelijk – zeggen: de beste kandidaat is voor mij. Andere hebben juist een beleid waarbij ze ervoor kiezen ook kansen te bieden aan mensen die een (extra) investering vergen en/of aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Die werkgevers passen dat beleid in zowel goede als minder goede tijden toe. Omdat ze positieve ervaringen hebben opgedaan met werkzoekenden die op het eerste gezicht niet gekwalificeerd voor de baan zijn, maar ook omdat ze ervan uitgaan dat het goed is als het medewerkersbestand van het bedrijf zo veel mogelijk een weerspiegeling van de bevolkingssamenstelling in de omgeving is. Het vergroot de maatschappelijke ‘license to operate’.
Sinds enkele jaren is er de banenafspraak. Die claimt aandacht voor de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een van de positieve effecten is dat talenten zichtbaar worden die verborgen waren. De timide jonge vrouw die stage loopt om receptioniste te worden en tot een topgastvrouw uitgroeit, de langdurig werkloze man die het in een verpleeghuis als klusjesman mag proberen en uiteindelijk allround technicus wordt.
Vlak voor aankomst wisselden Einstein en de chauffeur van jas, hoed resp. pet. Einstein koos een stoel achter in de zaal. De lezing liep goed en de chauffeur wist ook de vragen adequaat te beantwoorden. Tot er een ingewikkelde vraag over de antimaterie kwam… Einsteins chauffeur was even in paniek, maar herstelde zich snel en wist als gelegenheidsacteur gevat te reageren door te zeggen: “Meneer, die vraag is zo simpel dat zelfs mijn chauffeur die achter in de zaal zit, ‘m kan beantwoorden. Zeg het maar, Henry”. Een verborgen talent werd zichtbaar.

Andries Greiner

© 2020 Copyright Lelystad Akkoord. Alle rechten voorbehouden. Powered by Het Medialab